Op 29 mei 2018 vond er in het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) een lunchbijeenkomst plaats over innovatie. De bijeenkomst was een initiatief van het ministerie zelf in samenwerking met Haagse Beek organisatieadvies en de Vereniging voor OverheidsManagement (VOM). Het was een interessante en inspirerende bijeenkomst die in het teken stond van het nieuwe boek “Van indammen naar laten stromen” van Menno Spaan, bestuurskundige en organisatieadviseur. Het boek bevat zestien praktijkvoorbeelden van geslaagde innovaties in de publieke sector. Vertegenwoordigers van twee van de innovatieve projecten deden tijdens de bijeenkomst hun verhaal. Menno Spaan zette uiteen hoe hij op basis van de voorbeelden een operationeel innovatiemodel ontwikkeld heeft met nuttige handreikingen om in de praktijk aan de slag te gaan met innovatie.

Simone Roos, directeur-generaal Overheidsorganisatie bij het Ministerie van BZK, opent de bijeenkomst door alle aanwezigen van harte welkom te heten: “De flink gevulde zaal en het hoge aantal aanmeldingen tonen het belang van deze middag en de grote interesse in het thema innovatie”. Simone Roos nodigt de auteur en de twee presentatoren van de succesvolle praktijvoorbeelden uit om naar voren te komen voor een kennismaking. “Vóór de aanwezige sprekers hun presentaties gaan verzorgen, wil ik kort in gesprek met de auteur van het prachtige boek dat vandaag centraal staat, een boek dat door Maarten Schurink, onze secretaris-generaal, gekenmerkt werd als ‘verplichte kost’ voor iedereen in het publieke domein”, vervolgt Roos, waarna ze Spaan uitnodigt voor het gesprek.

Iedereen kan bijdragen aan innovatie
Spaan neemt plaats achter een ronde statafel, waarop Roos hem vraagt kort toe te lichten hoe het schrijven van het boek hem bevallen is. “Het schrijven van een boek is zwaar en kost veel tijd en energie. Het spannendste moment is misschien echter wel het moment waarop het voor het eerst gelezen wordt. Als dan enthousiast gereageerd wordt, is dat een geweldig gevoel”, aldus Spaan. Roos vervolgt: “Jouw boek gaat over innovatie en je stelt dat iedereen verplicht is om bij te dragen aan innovatie, maar wat is innovatie nou precies en is iedereen wel voldoende in staat om te innoveren?” Spaan antwoordt “Innovatie is de succesvolle introductie van iets nieuws, iets dat anders is. Voorbeelden zijn vernieuwing van de democratie zoals in de casus in het boek bij de gemeente Zeist, het zelfsturend werken zoals in één van de andere casussen of het project Ruimte voor de Rivier, waar men de dijken niet hoger heeft gemaakt tegen bescherming van het water, maar juist heeft weggehaald om rivieren meer ruimte te geven. En het goede nieuws is: iedereen kan op ieder moment vanuit iedere functie bijdragen aan innovatie. Het innovatieproces omvat meer dan creatieve sessies met geeltjes plakken. Het is een proces waarin ondernemende ambtenaren hun nek durven uitsteken, maar ook complexe probleemoplossers een rol vervullen. Ook zijn er mensen nodig die zorgvuldig kunnen implementeren. Van belang is verder dat er ambtenaren zijn die zich heel erg goed kunnen verplaatsen in de doelgroep. Er wordt je geleerd om met distantie naar beleidsprocessen te kijken, maar inleven in de doelgroep is heel belangrijk.” Roos vraagt: “en wat betekent innoveren voor bestuurders? Wat is hun rol?” Spaan: “Bestuurders moeten ruimte bieden om niet het gebaande pad van lang nadenken te volgen en durven om experimenteerruimte te creëren. Zij zorgen voor de omstandigheden waarbinnen innovaties tot stand komen. Vervolgens moeten ze daar vooral ruimte voor geven en nog niet gaan besturen. Dat komt pas later, als het nodig is om werkwijzen in praktijk te laten slagen.”

De Energie- en Grondstoffenfabriek
Het eerste praktijkvoorbeeld dat gepresenteerd wordt is het samenwerkingsverband van waterschappen om energie en grondstoffen aan afvalwater te onttrekken: de Energie- en Grondstoffenfabriek. Shane Kleyhorst, voorzitter van de Energie- en Grondstoffenfabriek en werkzaam bij Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, doet zijn verhaal. “Men denkt bij waterschappen altijd aan een aantal kerntaken, zoals het op peil houden van de waterstand of het beheren van de dijken, maar waterschappen dragen ook zorg voor de zuivering van afvalwater. Onder druk van de publieke opinie en de alsmaar urgenter wordende klimaatdoelstellingen is daar een nieuwe missie bijgekomen, namelijk het onttrekken van grondstoffen en energie aan afvalwater”, aldus Kleyhorst. Afvalwater bevat namelijk een hoop stoffen waar producten van kunnen worden gemaakt. Met neo-alginaat kan beton verhard worden en met bioplastic kunnen afbreekbare flesjes gemaakt worden. Kleyhorst stelt dat voor innovatie lef en kennis nodig is. Obstakels zijn niet altijd obstakels. Markten waar producten verkocht worden staan daar bijvoorbeeld veel meer voor open dan men vaak denkt. “Zolang er kwaliteit, massa en leveringszekerheid van een product is, is de markt bereid om de verkoop van dit product tot een succes te brengen”, aldus Kleyhorst. Kleyhorst schetst aan de hand van het model van Spaan welke fasen in het innovatieproces zijn doorlopen.

Ruimte voor de Rivier
Het tweede praktijkvoorbeeld is Ruimte voor de Rivier: een aanpak waarmee Nederland op zowel bestuurlijk als technologisch innovatieve wijze beschermd wordt tegen overstromingen. Het is een aanpak die internationaal veel aandacht krijgt. Hans Brouwer van Rijkswaterstaat, als riviertakmanager betrokken geweest bij het gehele project, vertelt: “In de jaren ´90 waren er risicovolle incidenten met rivieren en dreigende overstromingen. Dit leidde tot het besef, dat we in Nederland lang aandacht besteed hebben aan het gevaar van buitenaf, namelijk de kust, en daarbij de binnenlandse gevaren onderschat hebben, namelijk het water dat door onze landschappen stroomt.” Brouwer vervolgt zijn verhaal daarna met het uitgangspunt van het project: “Men moet niet vechten tegen het water, maar juist samenwerken. Door geulen te maken, kribben te verlagen en rivieren te verbreden of te verdiepen, overstromen rivieren niet meer. Het lijkt conservatief, maar het is in feite hoogwaardig watermanagement waar veel innovatieve oplossingen uit voortkomen. Een aansprekend voorbeeld is het gebruik van het oude principe van terpen. Voor een groep boeren is dit mogelijk gemaakt, zodat zij konden blijven wonen in de Overdiepse polder, in de uiterwaarden van de rivier.”

Receptenboek voor innovatie
Na afloop van de twee sprekers krijgt Menno Spaan weer het woord. Hij geeft aan dat zijn boek opgebouwd is als een ´receptenboek’ voor innovatie. “Op basis van het type innovaties dat je beoogt, succesgebieden en een passende strategie, kan eenieder zijn of haar innovatieproces inrichten.” Hij benadrukt de morele verplichting van publieke organisaties om naar innovaties op zoek te zijn, maar geeft ook aan dat niet iedereen altijd hoeft te innoveren: “De overheid moet tweehandigheid ontwikkelen waarbij één hand bestemd is voor het binnen regels en procedures, tijdig leveren van producten, en de andere hand voortdurend op zoek gaat naar nieuwe werkwijzen. De publieke sector is hier geknipt voor, geschikter zelfs dan private organisaties. Ga dus aan de slag!”, aldus Spaan.

Frans van Dongen (ministerie van BZK) sluit af en bedankt het publiek voor de aanwezigheid en de sprekers voor hun bijdragen. De deelnemers krijgen ieder het boek uitgereikt. Met interessante gasten en een leuk programma heeft de lunchbijeenkomst de deelnemers geïnspireerd en geënthousiasmeerd.